Raadsvragen: Intercity Eindhoven-Aken
Raadsvragen met antwoord van hetr college.
Eindhoven, 11 juni 2021
Geacht college,
Decennialang is het de wens van het Eindhovens college, maar ook van ondernemersvereniging VNO-NCW Zuid-Nederland om via het spoor een snelle intercity verbinding te hebben met Aken. Zaterdag 5 juni jl. konden wij in het ED lezen dat Eindhoven dat voorlopig kan vergeten omdat Eindhoven Centraal er geen nieuwe treinverbinding bij kan hebben. Daarvoor moet het aantal sporen op het station worden uitgebreid.
Met name het gebrek aan ruimte op het Eindhovens station is een sta-in-de-weg voor deze verbinding met Duitsland, zo heeft staatssecretaris Sientje van Veldhoven dit aan de Tweede Kamer laten weten. Toch heeft de staatsecretaris al 50 miljoen toegezegd voor de verbreding van het spoor. Maar hoe gaat het college dit dan oplossen?
Internationale Knoop XL, zoals dat plan genoemd wordt, omvat het gebied van grofweg het PSV-stadion in het westen tot aan de Dommel aan de oostkant. Nu wonen hier nog zo’n tweehonderd mensen, de komende jaren zal dit groeien naar 15.000. Het zal een plek worden voor wonen, werken, ontmoeten en verblijven. Waar je prettig aankomt met de trein en makkelijk doorreist naar huis, werk, vliegveld of internationale bestemming. Een knooppunt met goede trein- en busverbindingen is de achterliggende gedachte. Dat klinkt heel mooi, maar dat brengt mij gelijk op de volgende vragen:
1. Als er een extra spoor aangelegd moet worden, komt deze dan aan de zuid- of aan de noordzijde van het station?
2. Wordt tijdens de komende ombouw naar Knoop XL en de bebouwing aan weerszijden van de bestaande spoorlijnen, daar al rekening mee gehouden?
3. Zo ja, prima, zo nee, hoe wil het college een extra spoor verwezenlijken als er aan beide kanten van het spoor volop gebouwd gaat worden?
4. Indien ja, heeft het college in de plannen al rekening gehouden met de verplichte veiligheidszone tussen bebouwing en het extra spoor?
5. Of ziet u af van de intercity Eindhoven Aken?
Rudy Reker
Antwoord van burgemeester en wethouders
1. Als er een extra spoor aangelegd moet worden, komt deze dan aan de zuid- of aan de noordzijde van het station?
Gemeente Eindhoven spreekt jaarlijks op het BO MIRT (Bestuurlijk Overleg Meerjaren Investeringsprogramma Infrastructuur Ruimte en Transport) met de minister en staatsecretaris van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (en ook: BZK).
In het BO MIRT van november 2020 zijn een aantal afspraken gemaakt. Die afspraken hebben o.a. betrekking op de ontwikkeling Eindhoven Internationale Knoop XL, het spoor en de multimodale knoop Eindhoven Centraal. U bent daarover geïnformeerd met een Collegebrief op 24 november 2020.
Een van de onderzoeken waarover afspraken zijn gemaakt, en die momenteel gaande is, is de studie “Toekomstvast Spoor Zuid Nederland”. ProRail voert deze studie uit. De studie Toekomstvast Spoor Zuid Nederland zal inzicht bieden op hoe het spoor op het schaalniveau van Zuid Nederland zich richting 2030-2040 moet ontwikkelen. Op basis hiervan zal een keuze worden gemaakt over de spoorconfiguratie in Eindhoven, eventueel dus ook het door u
benoemde extra spoor. ProRail verwacht deze studie in 2022 af te ronden.
Naast deze studie loopt er de studie “Multimodale Knoop Eindhoven Centraal”, waarvoor Eindhoven aan de lat staat. Dat doen we omdat er veel opgaven bij elkaar komen rondom station Eindhoven Centraal. Daarom wordt er breed gekeken naar oplossingsrichtingen. Naast de spoorse opgave gaat ook over de opgave Neckerspoel, het station zelf en de geplande woningbouw in het gebied. Het is onze verwachting dat hierover meer duidelijkheid is eind november 2021.
2. Wordt tijdens de komende ombouw naar Knoop XL en de bebouwing aan weerszijden van de bestaande spoorlijnen, daar al rekening mee gehouden?
In de ontwikkelvisie Fellenoord, die in maart 2021 door uw Raad unaniem is vastgesteld, is een stedenbouwkundige opzet voor het gebied meegenomen. Daarvoor heeft ook afstemming plaatsgevonden met ProRail en het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat.
De plannen aan de zuidzijde (District E en Lichthoven I en II) zijn inmiddels onherroepelijk (bestemmingsplannen vastgesteld 26 juni jl.). Mocht uit de recente studie van ProRail blijken dat er meer ruimte voor het spoor aan de Noordzijde nodig is, dan zal in onderlinge afstemming gekeken moeten worden wat hiervan de impact is. Vanwege de fase van de planvorming en de doorlooptijd van de genoemde studie levert dit geen wezenlijke problemen
op. Op dit moment gaan we hier niet vanuit.
3. Zo ja, prima, zo nee, hoe wil het college een extra spoor verwezenlijken als er aan beide kanten van het spoor volop gebouwd gaat worden?
Zie antwoord op vraag 2: aan de Zuidzijde zijn de plannen onherroepelijk. Aan de Noordzijde is nog enige flexibiliteit. We zijn hierover in goed overleg met ProRail en andere betrokken partijen.
4. Indien ja, heeft het college in de plannen al rekening gehouden met de verplichte veiligheidszone tussen bebouwing en het extra spoor?
In de opgestelde plannen is rekening gehouden met de verplichte veiligheidszones. Dat zal, in de volgende planuitwerkingsfase, ook terugkomen in de nog te ontwikkelen omgevingsplannen. Die fase breekt aan nadat helder is hoe het spoor zich naar de toekomst toe zal ontwikkelen.
5. Of ziet u af van de intercity Eindhoven Aken?
De afspraak om de intercity naar Aken te realiseren is een verantwoordelijkheid van het Rijk. Wij juichen de komst van deze intercity echter toe en zetten ons ervoor in deze zo snel als mogelijk voor Eindhoven beschikbaar te hebben.
Veel opgaven op het spoor concentreren zich momenteel op en rondom Eindhoven. Dat is enerzijds een probleem, maar biedt ook kansen om een impuls te geven aan het station, de directe omgeving en onze ambities om
grensoverschrijdend spoorvervoer mogelijk te maken. We zijn hierover in nauw overleg met het ministerie, ProRail, provincie Noord-Brabant en andere betrokken partijen.
Eindhoven, 13 juli 2021