Politiek Beleidsplan

De politieke vereniging Lijst Pim Fortuyn Eindhoven is in 2004 opgericht vanuit de landelijke partij die in 2002 vanuit het niets met 26 zetels in de Tweede Kamer kwam.
Maar ...wat doen en willen  wij in Eindhoven? (Lees verder)

Fractieleden Lijst Pim Fortuyn

Rudy Reker
Fractievoorzitter

 
Reker-Lilian Wiebers
Fractiemedewerkster 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Damian Dassen
Commissielid Lijst Pim Fortuyn.
Bestuurslid
Jonge Fortuynisten

Jonge Fortuynisten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 
Stef Kleine Staarman
Voorzitter
Jonge Fortuynisten 

 

 

 

 

 

 

 

 
Timo Hoogerwaard
Secretaris
Jonge Fortuynisten

 

 

Raadsvragen over integratie en werkgroep PvdA Eindhoven



Update: met antwoorden College

Eindhoven, 21 februari 2008

Integratie van allochtonen in onze Nederlandse samenleving staat tegenwoordig – zeker voor de Lijst Pim Fortuyn – hoog op de politieke agenda. Zowel op landelijk niveau als in onze gemeente gaat in dit kader veel aandacht uit naar zaken als inburgering en ‘zwarte scholen’.


De nieuwe – door minister Verdonk ingevoerde – Wet Inburgering wordt momenteel door haar opvolger Vogelaar (PvdA) én door wethouder Don (in de commissievergadering MZFPO van 19 februari jl.) afgedaan als een grote mislukking. Dit omdat te weinig allochtonen gebruik zouden maken van de inburgeringscursussen.

Wat zij daarbij vergeten te vertellen is dat de Wet Inburgering op lokaal niveau – ook hier in Eindhoven – door gemeentebesturen van linkse signatuur op veel punten is uitgehold. Tekenend hiervoor is het minimaliseren van de boetes op het niet behalen van de inburgeringscursussen, waardoor een stevige stok achter de deur ontbreekt.

Ook op andere punten wordt ten aanzien van integratie het paard achter de wagen gespannen. Onlangs kwamen uit de koker van PvdA-raadslid Ertan Isik twee voorstellen die onze fractie grote zorgen baren.

Allereerst het voorstel om in Eindhoven speciaal voor allochtonen van Turkse en Marokkaanse afkomst, islamitische bejaardentehuizen in te richten, waarover afgelopen week in de raadsvergadering uitvoerig is gesproken en waar de Lijst Pim Fortuyn als énige fractie in de raad tégen heeft gestemd. Het tweede voorstel was recentelijk in de krant te lezen.

Het Eindhovens Dagblad maakte zaterdag 26 januari melding van ‘’Allochtone talen terug op de basisschool’’. Het onderwijs in de eigen taal van etnische minderheden moet terugkomen op de politieke agenda in Eindhoven. Dat vindt het raadslid Ertan Isik, aldus staat daar te lezen. Verder lezende blijkt dat zijn partij – de PvdA – al een werkgroep hiervoor heeft ingesteld. Als het 1 april was zou mijn fractie denken aan een misplaatste aprilgrap.

Nu is het zo dat de PvdA in onze gemeenteraad met 14 zetels is vertegenwoordigd, daarbij veelvuldig bijgestaan door andere partijen al of niet uit de coalitie. Ook de bezetting in het college is een afspiegeling van de raadsverhouding. Juist daarom baren de gedachten en het idee van de heer Isik mijn fractie grote zorgen.

Het zal toch niet waar zijn dat er in ons land – zoals eerder gezegd – vele honderden miljoenen euro’s worden uitgegeven aan inburgeringscursussen en aan taalachterstanden bij ouderen migranten, terwijl tegelijkertijd de jongeren in het basisonderwijs taallessen krijgen in het Turks en Marokkaans. Wellicht zijn de nieuwe parlementaire woorden die Geert Wilders enige tijd geleden in de Tweede Kamer uitte aan het adres van minister Vogelaar ook hier op zijn plaats.

Mijn fractie zal niemand weerhouden om andere talen te leren. Ook niet de taal uit het land waar deze kinderen of hun ouders vandaan komen. Zo spreekt mijn vrouw ook van huis uit ondermeer Surinaams en Frans, maar ondertussen is haar Nederlands ook perfect.

Maar in het voorstel van Isik en zijn PvdA-werkgroep worden de zaken juist omgedraaid. Isik stelt: “Door het beter beheersen van de moedertaal leren ze ook beter Nederlands”. Waarbij hij er blijkbaar van uit gaat dat voor wie hier geboren wordt het Nederlands niet de moedertaal is. Daarbij wil hij dat de gemeente geld moet uittrekken voor speciale taaldocenten.

Dit is de wereld op z’n kop. Wie als Nederlander geboren wordt en opgroeit in dit land moet in de eerste plaats en vóór alles de Nederlandse taal aanleren als moedertaal. In de praktijk levert het niet aanleren van de Nederlandse taal de nodige problemen op. Kinderen van de derde of vierde generatie allochtonen gaan zonder of met te weinig kennis van de Nederlandse taal naar de basisschool, waardoor de scholen extra belast worden met het wegwerken van deze taalachterstand. Moeten we dit probleem generatie op generatie laten voortduren? Nee toch, dat is te gek voor woorden.

Daarbij lijkt het er op dat Isik met zijn voorstellen gehoor geeft aan de oproepen die de laatste tijd te horen zijn geweest van premier Erdogan van Turkije en een Marokkaanse minister om in plaats van volledig te integreren in de Westerse samenleving vooral vast te houden aan de Turkse respectievelijk Marokkaanse taal, cultuur en normen en waarden.

Wat onze fractie betreft is dit een zeer onwenselijke ontwikkeling, die juist de door de PvdA zo gevreesde zogenaamde ‘tweedeling in de samenleving’ in de hand werkt – en zelfs een hedendaagse vorm van apartheid in onze samenleving laat ontstaan.

Gelet op bovenstaande ontwikkelingen hebben wij voor dit college de volgende vragen:

1. Deelt het college de mening van mijn fractie dat de uitgeklede boeteregeling – welke als dwangmiddel zou moeten dienen – debet kan zijn aan de slechte deelname c.q. de tegenvallende resultaten van de inburgeringscursus? Zo nee, kunt u dan gefundeerd aantonen waarom dit niet het geval zou zijn?

2. Kunt u een overzicht geven van de resultaten van het inburgeringsbeleid tot nu toe? Zo nee, waarom niet?

3. Kunt u in dit overzicht nader aangeven welk percentage van de verplichte inburgeraars geen gehoor heeft gegeven aan de oproep? Zo nee, waarom niet?

4. Kunt u in dit overzicht tevens aangeven of hiervoor inmiddels boetes zijn uitgedeeld en wat de hoogte van deze uitgedeelde boetes is? Zo nee, waarom niet?

5. Heeft de beloningsregeling bij de inburgeringscursussen tot nu toe tot enig aantoonbaar positief resultaat geleid? Zoniet, bent u bereid deze regeling te beëindigen?

6. Deelt u onze opvatting dat kinderen die met een taalachterstand naar de basisschool gaan een extra belasting vormen voor deze scholen? Zo nee, waarom niet?

7. Kunt u aangeven hoe groot het aantal kinderen is – met het Nederlands niet als moedertaal – dat in Eindhoven met een taalachterstand naar de basisschool gaat? Zo nee, waarom niet?

8. Bent u het met onze fractie eens dat in Nederland geboren kinderen – met de Nederlandse nationaliteit – vóór alles het Nederlands als moedertaal zouden moeten leren? Zo nee, waarom niet?

9. Bent u bereid om de extra kosten van het wegwerken van de taalachterstand op de ouders te verhalen in plaats van de belastingbetaler te laten betalen voor deze weigering van de ouders om volledig te integreren in de Nederlandse samenleving? Zo nee, waarom niet?

10. Is het college op de hoogte van het bericht uit het ED van zaterdag 26 januari?

11. Is het college op de hoogte van het bestaan van de bedoelde werkgroep?

12. Deelt het college de gedachten van mijn collega raadslid Ertan Isik? Zo ja, waarom dan? Zo nee, waarom niet?

13. Is het college het met mijn fractie eens dat de beoogde werkwijze van Ertan Isik het tegengestelde beoogt van de zeer noodzakelijke en gewenste integratie? Zo nee, waarom niet?

14. Deelt het college onze opvatting dat de gemeente geen naschools onderwijs in allochtone vreemde talen dient te financieren, aangezien iedere burger cursussen in vreemde talen zoals Spaans, Italiaans of Japans ook zelf dient te betalen? Zo nee, waarom niet?

15. Ziet het college een verband tussen de oproepen van de Turkse en Marokkaanse politici en het integratiebelemmerende karakter van de voorstellen van de heer Isik? Zo nee, waarom niet?

Rudy Reker, fractievoorzitter Lijst Pim Fortuyn



Antwoord van burgemeester en wethouders

1. Deelt het college de mening van mijn fractie dat de uitgeklede boeteregeling - welke als dwangmiddel zou moeten dienen - debet kan zijn aan de slechte deelname c.q. de tegenvallende resultaten van de inburgeringscursus? Zo nee, kunt u dan gefundeerd aantonen waarom dit niet het geval zou zijn?

Nee. Er zijn andere redenen waarom de ambitie 2007 (750 inburgeringstrajecten) niet is gehaald. Landelijk zijn de resultaten van gemeenten ver achtergebleven bij de afgesproken taakstellingen voor 2007. Gemeenten hebben te maken gehad met diverse problemen. Denk hierbij aan:

b het wetsgevingstraject: gemeenten hebben onvoldoende ruimte gekregen om de wet tijdig te implementeren;

b de beschikbare databestanden: veel vervuiling;

b de beperkingen in de wet- en regelgeving: gemeenten konden tot 1 november 2007 geen aanbod doen aan personen met inkomen uit werk;

b de hoogte van de eigen bijdrage van ¤ 270,--.

Daarnaast is het beleid van de gemeente Eindhoven gericht op gemotiveerden. Bureau Inburgering heeft in de zomerperiode van 2007 veel klanten opgeroepen en heeft ook veel intakes verricht, maar de verhouding tussen het aantal intakes en het aantal aanmeldingen was onder meer vanwege de hierboven genoemde problemen ongeveer 4-1.

2. Kunt u een overzicht geven van de resultaten van het inburgeringsbeleid tot nu toe? Zo nee, waarom niet?

Ja. In 2007 zijn er totaal 327 inburgeringstrajecten opgestart:

b WI-trajecten: 157 trajecten;

b Regeling vrijwillige inburgering 2007: 41 trajecten;

b Wet Inburgering Nieuwkomers (WIN) trajecten: 63 trajecten;

b Voortrajecten WI: 66. Dit zijn NT2-trajecten gefinancierd met middelen uit de Wet Educatie Beroepsonderwijs (WEB). Deze deelnemers moeten vooruitlopend op een WI traject, een alfabetiseringstraject moeten volgen.

Op dit moment zijn er nog geen deelnemers geslaagd voor het examen.

3. Kunt u in dit overzicht nader aangeven welk percentage van de verplichte inburgeraars geen gehoor heeft gegeven aan de oproep? Zo nee, waarom niet?

Ja. Ongeveer 5 personen.

4. Kunt u in dit overzicht tevens aangeven of hier inmiddels boetes zijn uitgedeeld en wat de hoogte van deze uitgedeelde boetes is? Zo nee, waarom niet?

Ja. Tot op heden zijn er géén boetes uitgedeeld. De inburgeringsplichtingen die geen gehoor hebben gegeven aan de oproep behoorden tot de doelgroep nieuwkomers. Nieuwkomers moesten voor 1 november 2007 hun inburgering zelf regelen en financieren. Vanaf 1 november 2007 hebben gemeenten vooruitlopend op een wetswijziging de mogelijkheid gekregen om aan alle inburgeringsplichtigen een aanbod te doen als onderdeel van het Deltaplan. Voor nieuwkomers is er bij wet een termijn vastgesteld waarbinnen de betreffende persoon het inburgeringsexamen moet halen. Bureau Inburgering (BI) heeft vanaf medio 2007 nieuwkomers opgeroepen om voorlichting te geven. De nieuwkomers die hier geen gehoor aan hebben gegeven, zijn door BI geregistreerd. Zij hebben een kennisgeving ontvangen. Het opleggen van een boete was gezien de situatie niet aan de orde. Vanaf 1 januari krijgen in principe alle inburgeringsplichtigen een aanbod van de gemeente Eindhoven. Sinds medio februari (met enige vertraging door een kort geding) worden de deelnemers aangeboden aan de vier nieuwe aanbie¬ders voor inburgering (uitkomst aanbesteding). Er is nog geen sprake geweest van boetewaardig gedrag. Artikel 10 van de verordening ‘De hoogte van de be¬stuurlijke boetes voor de verschillende overtredingen’ wordt conform uitgevoerd.

5. Heeft de beloningsregeling bij de inburgeringscursussen tot nu toe tot enig aantoonbaar positief resultaat geleid? Zo niet, bent u bereid deze regeling te beëindigen?

Beloningssysteem bestaat uit twee onderdelen: teruggave eigen bijdrage van ¤ 270,-- en ‘het presentje’ (kortings-/vrijkaartjes voor zwembaden, de bibliotheek, musea etc.). Deze beloningen worden pas verstrekt wanneer iemand geslaagd is voor het inburgeringsexamen. De WI-trajecten zijn vanaf augustus 2007 gestart. De inburgeringstrajecten duren maximaal twee jaar. Slechts enkele inburgeringsplichtigen of -behoeftigen hebben maar één of twee modules nodig voor het inburgeringsexamen. Dit betekent dat wij nog géén ervaring hebben met het beloningssysteem. Het beloningssysteem maakt het wel mogelijk om de eigen bijdrage achteraf te verrekenen. Dit werkt in de praktijk drempelverlagend.

6. Deelt u onze opvatting dat kinderen die met een taalachterstand naar de basisschool gaan een extra belasting vormen voor deze scholen? Zo nee, waarom niet?

Veel kinderen met een daadwerkelijke taalachterstand het onderwijs instromen is niet exact te zeggen, omdat er onderwijsbreed geen gestandaardiseerde taaltoetsen worden gebruikt bij entree in het basisonderwijs. Op basis van de telgegevens van de scholen kunnen we de kinderen die een gewicht toegekend krijgen zien als kinderen met een potentiële kans op taalachterstand. Het gaat hierbij om kinderen met een zogeheten gewicht, dat wil zeggen met ouders met een opleidingsniveau van maximaal VMBO (beroepsgerichte varianten). Het aantal 4- en 5-jarige kinderen dat in het schooljaar 2006-2007 tot de gewichtenleerlingen behoorde bedroeg 825. Normaal gesproken is dat voor de scholen geen pro¬bleem, omdat zij van het Rijk voor deze kinderen extra formatie krijgen om met kleinere groepen te kunnen werken en zij krijgen daar bovenop middelen om met VVE (Voor- en Vroegschoolse Educatie) programma’s te werken voor deze groep. Anders gezegd de overheid verwacht met deze maatregelen dat scholen voldoende zijn toegerust om deze kinderen te ondersteunen. Waar mogelijk sprake is van extra belasting voor het basisonderwijs is als kinderen met een kans op achterstand in de voorschoolse periode niet aan een VVE-programma hebben deelgenomen om een eventuele taalachterstand weg te werken. Om hoeveel kinderen het hierbij gaat is niet exact te zeggen.

7. Kunt u aangeven hoe groot het aantal kinderen is - met de Nederlandse taal niet als moedertaal - dat in Eindhoven met een taalachterstand naar de basisschool gaat? Zo nee, waarom niet?

Het aantal kinderen dat Nederlands niet als moedertaal heeft is bij de gemeente niet bekend. Zij worden bij zowel de gemeente als bij het onderwijs niet als groep geregistreerd. Bij individuele scholen zal wel per individu hierin inzicht zijn.

8. Bent u het met onze fractie eens dat in Nederland geboren kinderen - met de Nederlandse nationaliteit - vóór alles het Nederlands als moedertaal zouden moeten leren? Zo nee, waarom niet?

Goede beheersing van de Nederlandse taal is een belangrijke voorwaarde om mee te kunnen doen in onze samenleving. Deze opvatting is onomstreden. Of daarbij Nederlands ook de moedertaal dient te zijn voor in Nederland geboren kinderen is een issue waar de gemeente niet leidend in is. Deze discussie raakt in algemene zin de persoonlijke vrijheid en persoonlijke identiteit van mensen. Het zou bijvoorbeeld ook betekenen dat het spreken van Fries of streektaal of dialect in die discussie meegenomen zou moeten worden.

9. Bent u bereid om de extra kosten van het wegwerken van de taalachterstand op de ouders te verhalen in plaats van de belastingbetaler te laten betalen voor deze weigering van de ouders om volledig te integreren in de Nederlandse samenleving? Zo nee, waarom niet?

Wij zijn van mening dat alle ouders hun kinderen moeten stimuleren en ondersteunen om ze optimale ontwikkelingskansen te bieden. Zowel het rijks- als gemeentebeleid is er op gericht via vroege signalering, VVE-programma’s, schakelklassen en goed taalonderwijs positieve incentives te bieden om de Nederlandse taal goed te leren. Voor het verhalen van kosten voor achterstandenbestrijding op ouders bestaan o.i. daarnaast weinig wettelijke gronden.

10. Is het college op de hoogte van het bericht uit het ED van zaterdag 26 januari?

Ja.

11. Is het college op de hoogte van het bestaan van de bedoelde werkgroep?

Ja, via het artikel in het Eindhovens Dagblad. De beantwoording van de navolgende vragen (11 t/m 15) is - voor alle duidelijkheid - gebaseerd op lezing van het artikel in het Eindhovens Dagblad.

12. Deelt het college de gedachten van mijn collega raadslid Ertan Isik? Zo ja, waarom dan? Zo nee, waarom niet?

Er zijn veel wetenschappelijke signalen die aangeven dat de (Nederlandse) taalontwikkeling van kinderen ondersteund kan worden door onderwijs in de moedertaal. Het geven van naschools onderwijs is geen gemeentelijke taak. Met 158 verschillende etniciteiten in de stad en daarmee vele buitenlandse talen, is het geven van onderwijs in deze talen primair een verantwoordelijkheid van de ouders.

13. Is het college het met mijn fractie eens dat de beoogde werkwijze van Ertan isik het tegengestelde beoogt van de zeer noodzakelijke en gewenste integratie? Zo nee, waarom niet?

Nee. Goede taalontwikkeling is belangrijk om mee te kunnen doen in onze samenleving en bevordert dus de integratie. Zie ook het antwoord onder 12.

14. Deelt het college onze opvatting dat de gemeente geen naschools onderwijs in allochtone vreemde talen dient te financieren, aangezien iedere burger cursussen in vreemde talen, zoals Spaans, Italiaans of Japans, ook zelf dient te betalen? Zo nee, waarom niet?

Het geven van naschools onderwijs in buitenlandse talen is geen gemeentelijke taak. Als ondersteuning gegeven wordt in taalonderwijs ligt de prioriteit bij het bevorderen van de Nederlandse taal. Dit is conform het rijksbeleid bij het bestrijden van onderwijsachterstanden, zoals dit vanaf 2005 is ingezet.

15. Ziet het college een verband tussen de oproepen van de Turkse en Marokkaanse politici en het integratiebelemmerende karakter van de voorstellen van de heer Isik? Zo nee, waarom niet?
Nee. In onze ogen belemmeren de voorstellen van raadslid Isik de integratie niet. Zie 13.

Eindhoven, 18 maart 2008.



Fractie Lijst Pim Fortuyn Eindhoven

29 maart 2008