Raadsvragen n.a.v. standpuntinname B&W betreffende koranfilm
Update met antwoorden van college
Eindhoven, 6 januari 2008
Gezien het delicate onderwerp, waarbij ik mijn woordkeuze nauwkeurig moet kiezen, is deze lange inleiding noodzakelijk. Onze wereld kent oceanen, zeeën en 7 werelddelen en vele landen met verschillende culturen en gebruiken. Een aantal landen in alle werelddelen heb ik meerdere keren mogen bezoeken. Of het nu Christenen, Joden, Boeddhisten, Moslims of nog anderen waren, ik ging met respect om met de heersende gebruiken in dat land (overigens heb ik daar vele goede kennissen aan overgehouden).
Hetzelfde respect mogen wij verwachten van de immigranten die naar ons land zijn gekomen om er een nieuw bestaan op te bouwen. Dat geldt ook voor hun kinderen en alle nakomelingen die hier in Nederland zijn of nog worden geboren. Het onzinnige idee dat Nederland dan een multiculturele gemeenschap is of moet zijn heeft er alleen maar voor gezorgd dat onze soevereiniteit en onze nationale identiteit sterk verminderd is. Maar toch ’Dé Nederlander bestaat nog steeds’ en dat moet ook zo blijven.
Vele familieleden en kennissen van ons voelden zich in de jaren vijftig gedwongen om Nederland – hun vaderland, waarvoor zij enkele jaren eerder nog oorlog voerden – te verlaten, omdat de toenmalige regeringen hen adviseerde om te gaan emigreren. ‘Nederland is vol, ten dele overvol’ sprak Koningin Juliana in de Troonrede van 1950 uit. Er was toen geen zicht op voldoende woningen, er was onvoldoende werkgelegenheid, geen of slechte sociale voorzieningen en daardoor was ook de toekomst in Nederland onzeker. Ook zij hebben zich in landen als Canada, de VS, Australië en Nieuw-Zeeland met veel succes aangepast, door gebruiken van deze nieuwe landen te respecteren en zelf hard te werken. Tevens spreken de meeste nakomelingen van de Nederlandse immigranten daar niet het Nederlands maar het Engels als eerste taal – of spreken al helemaal geen Nederlands meer, echter zonder hun eigen cultuur of afkomst te verloochenen. Dat hoeft ook niet, je mag best trots zijn op je afkomst en je geboorteland – zolang men zich in het publieke leven en de omgang maar aanpast. Helaas is de situatie bij veel immigranten in Nederland vandaag beduidend anders.
In het begin van de jaren zeventig keerde het tij echter en kwam de immigratiegolf onder minister president Joop den Uyl (PvdA) naar Nederland pas heftig op gang. Het waren niet alleen ’gastarbeiders’ maar ook gezinsherenigingen en vele anderen die hier hun geluk kwamen beproeven. Méér dan 30 jaar is er niets gedaan aan integratie van deze mensen, met alle gevolgen van dien. Ook de latere kabinetten met minister presidenten van PvdA- en CDA-huize wilden het probleem integratie niet erkennen. De opeenvolgende regeringen dachten tevergeefs ’ze gaan straks wel terug’. De problemen van heden zijn dan ook de erfenissen van de toenmalige regeringen.
Maar als Nederland hebben we onze eigen cultuur, onze eigen taal, onze eigen levensstijl en onze zwaar bevochten democratische vrijheid met ons onafhankelijke rechtssysteem en vrijheid van religie wat in ons land voorheen nooit tot problemen heeft geleid. Het overgrote deel van alle Nederlanders wil dat ook zo houden. De gangbare taal in ons land is dan ook Nederlands en geen Arabisch, Turks, Marokkaans, Amharic, Russisch of welke andere taal dan ook. Ergo, willen de immigranten deel uitmaken van deze gemeenschap, dienen zij onze taal te leren en zich aan te passen aan de Nederlandse cultuur en haar gebruiken. Dat is als eerste vereist. Als de immigranten zich niet aan willen passen, mogen zij ook terug gaan of in andere landen hun geluk beproeven. Wij hebben hen niet gedwongen noch gevraagd hier naar toe te komen. Zij vroegen hier asiel aan en/of lieten zelf hun gezin overkomen, dus zullen zij dit land moeten accepteren zoals het is, met onze cultuur, kernwaarden- en normen en religieuze tradities.
De huidige integratieproblemen – waar niemand gelukkig mee is – gaan niet uit zich zelf weg. Daar moet je veel voor doen. Om te beginnen duidelijkheid scheppen en de problemen en verschillen waar problemen uit of door ontstaan te kunnen en te willen benoemen. Dat moet ook kunnen zonder elkaar te kwetsen, maar dan moet de boodschap wel gehoord en opgepikt worden door de media. Tja, de media zit echter niet te wachten op zalvende woorden, dus bewandelt Geert Wilders een andere weg en legt de vinger op de zere plek – een plek die door jaren van falend overheidsbeleid steeds groter en gevoeliger is geworden.
Direct nadat Geert Wilders bekend had gemaakt dat hij een filmpje zou uitbrengen over de koran, werd het onrustig onder de politiekcorrecte elite en in hun kielzog een deel van de islamitische bevolking, echter zonder dat er ook maar iemand het script had gelezen of dat er maar één meter film was gedraaid. Dat is een slechte voorbode en een opmerkelijke constatering. CDA–prominent en voorzitter van de HBO–raad Doekle Terpstra deed er een schepje boven op en begon een hetze (citaat Terpstra: ‘Wilders is het kwaad en dat kwaad moet gestopt worden’) tegen de producent van deze film onder de naam ‘Verwildering van de samenleving’. Toen daar teveel commentaar op kwam nam hij gas terug en plaatste een advertentie onder de kop: ‘Benoemen en Bouwen’. In het Radio 1 Journaal riep Terpstra de politiek op om zijn initiatief te omarmen. ‘De politiek moet aansluiten’ riep hij. Enkele dagen terug op 3 januari zien wij bij toeval op de site van Omroep Brabant de volgende tekst staan:
(…)’Burgemeester en wethouders van de gemeente Eindhoven melden desgevraagd dat ze op voorhand afstand nemen van de film. Ook laten ze weten dat ze binnenkort met een aantal imams en andere betrokkenen in de plaatselijke moslimwereld gaan praten over de mogelijke gevolgen van de film. Dit onderhoud staat los van de gesprekken die deze partijen al geregeld met elkaar voeren. De politie Midden- en West – Brabant zegt dat ze pas kan reageren wanneer landelijk hierover richtlijnen zijn verstrekt’. [1]
Er zijn in het verleden vele kritische en satirische films gemaakt en boeken geschreven over het christendom (van Erasmus’ Lof der Zotheid tot Monty Pythons Life of Brian), maar ook over het fascisme in de Tweede Wereldoorlog, waarover niemand zich in Duitsland, dit land of in de wijde wereld zich druk om heeft gemaakt of zich bezorgd heeft uitgelaten. Inhoudelijk gingen deze films ook niet altijd over bloemen en bijtjes en niet zelden kwam er veel geweld en corruptie in voor. Juist dergelijke kritieken op godsdienst en ideologie zorgden ervoor dat letterlijke Bijbelteksten, dogma’s en ideologische kernpunten in onze Westerse samenleving anders werden geïnterpreteerd of verworpen zodra zij redelijkerwijs niet meer aansloten bij een veranderde tijdgeest en maatschappijopvatting.
Vandaar dat wij in onze moderne samenleving zaken als heksenverbrandingen, pogroms en slavernij niet meer acceptabel vinden en niet ieder woord uit de Bijbel of de Tenach letterlijk geïnterpreteerd of toegepast wordt. In de islamitische wereld zijn ook heden ten dage praktijken als vrouwenbesnijdenis, steniging, fatwa’s, het dragen van burqa’s en het bloeddorstig offeren van dieren nog aan de orde van de dag – waarbij men zich beroept op een letterlijke interpretatie van de koran. Pim Fortuyn stelde daarom ook terecht dat ‘de islamitische cultuur nog niet door de wasmachine van de Verlichting’ is gegaan en daardoor achterloopt op onze Westerse samenleving met haar kernwaarden en normen en moderniteit.
Door de massale migratie van moslims naar het Westen krijgen we te maken met gevolgen van de ‘botsende beschavingen’ – zoals ook de wetenschapper Samuel Huntington dit omschrijft in zijn gelijknamige boek. [2] Dat dergelijke fundamentalistische opvattingen in onze Westerse samenleving onder een aanzienlijk deel van de moslims leven, blijkt uit een recent uitgebreid onderzoek van het Duitse ministerie van Binnenlandse Zaken. [3] Hieruit blijkt dat maar liefst één op de vier moslimjongeren in Duitsland bereid is tot geweld tegen andersgelovigen en 40 procent van de moslims er een fundamentalistische geloofsopvatting op nahoudt. [4] Voor andere Westerse landen zoals Nederland is er geen reden om te veronderstellen dat deze verontrustende aantallen veel anders zullen zijn.
Als we bijvoorbeeld naar Engeland kijken valt daar dit weekend in de krant te lezen, dat bij monde van de bisschop van Rochester, Michael Nazir-Ali – zelf een geboren Pakistani met islamitische voorouders – de Britse bisschoppensynode constateert dat in Engelse stadswijken met een moslimmeerderheid ‘no-go zones’ voor niet-moslims ontstaan, waar mensen met een ander ras of geloof het risico lopen fysiek aangevallen te worden en dat door het jarenlange overheidsbeleid van massale immigratie, de waan van het multiculturalisme en het gebrek aan integratie er steeds meer segregatie ontstaat (in het artikel zelfs al door moslims verkozen ‘vrijwillige apartheid’ genoemd) en Engeland een steeds sterker islamitisch karakter krijgt door gebedsoproepen en een steeds bredere toepassing van de sharia, strikte islamitische wetgeving gebaseerd op de koran. [5]
De zorgen van Wilders over moslimradicalisme en de koran zijn dus niet uit de lucht gegrepen en in een vrije democratische samenleving horen deze problemen ook benoemd te kunnen worden. Eerder sprak ook Pim Fortuyn zijn zorgen hierover uit en schreef tien jaar geleden al een boek ‘Tegen de islamisering van onze cultuur, Nederlandse identiteit als fundament’. De Nederlandse overheid – waar het Eindhovense college een onderdeel van is – hoort voor deze grondwettelijke vrijheid van meningsuiting in de bres te springen in plaats van vooraf een afkeurend oordeel uit te spreken.
Als de film van Geert Wilders klaar is en het college heeft deze film gezien, kunnen zij volgens de Lijst Pim Fortuyn pas haar mening daarover geven. Zeker niet eerder, want dan spreken zij voor hun beurt en doet hiermee vele Eindhovenaren te kort. Als er zaken in voorkomen die de waarheid geweld aandoen, kunnen de moslims dat aan de hand van de koran eenvoudig weerleggen. Als daartegen de film ook verschrikkelijke dingen laat zien en oproept tot ander gedrag van de moslims, zoals religieus fascisme en mensen inspireert tot vreselijke daden, die bewijsbaar ook in de koran voorkomen, zijn het harde feiten waar je niet omheen kunt. Daar moet je ook niet omheen willen. Met feiten uit de koran – die door de film zichtbaar worden gemaakt – moet je in gesprek gaan met de moslims in onze Westerse samenleving en daarbij de waarden en normen van onze moderniteit benadrukken.
Te lang hebben achtereenvolgende regeringen, colleges en raadsleden gedacht, dat als zij er niet over spraken het probleem ook niet bestond, danwel het van zelf zou oplossen. Men keek daarbij maar al te graag de andere kant op. Ondertussen weten wij allen dat deze gedachten zeer onnozel en naïef van aard zijn. Laten we het nu niet ingewikkelder maken dan het al is. Het grafschrift van Pim Fortuyn luidt niet voor niets ‘Laten wij waken over de vrijheid van het spreken’. Laten we deze uitspraak in ere houden.
Dat brengt mij tot de volgende vragen:
1. Geeft het artikel van Omroep Brabant het standpunt van het college correct en volledig weer?
2. Waarom is de gemeenteraad hier vooraf niet over ingelicht?
3. Is het college zich bewust van het feit dat zij met deze vroegtijdige standpuntinname vele Eindhovenaren tekort doen? Zo nee, waarom niet?
4. Hoe kan het college hierover al een negatief oordeel geven, terwijl u de film nog niet heeft gezien, deze nog gemaakt moet worden en zelfs het scenario van de film nog niet eens vast staat?
5. Heeft het college om tot dit oordeel te komen een vergelijking gemaakt met de feitelijke teksten uit de koran en de uitspraken van Geert Wilders? Zo nee, waarom niet?
6. Is het college bereid om de film te bekijken wanneer deze wordt vertoond en eventueel uw mening bij te stellen, indien dat noodzakelijk blijkt? Zo nee, waarom niet?
7. Bent u voornemens om bij gesprekken met de plaatselijke vertegenwoordigers uit de moslimgemeenschap niet alleen te spreken over door u veronderstelde gevolgen maar vooral te benadrukken dat wij in een samenleving leven met vrijheid van meningsuiting en zij derhalve het vertonen van de film dienen te accepteren? Zo nee, waarom niet?
8. Bent u bereid om – net zoals bij de door velen skeptisch beoordeelde propagandistische en indoctrinerende film ‘An inconvenient truth’ van Al Gore – een subsidie van ¤ 25.000 euro te verstrekken om Eindhovense scholieren deze film in de bioscoop te laten bekijken? Zo nee, waarom niet?
Rudy Reker, fractievoorzitter Lijst Pim Fortuyn
[1] http://www.omroepbrabant.nl/?news/92297902/Politie+alert+vanwege+koranfilm+van+Wilders.aspx
[2] http://nl.wikipedia.org/wiki/Botsende_Beschavingen
[3] Website Bundesministerium des Innern, rapport in PDF [link]
4] Website Berliner Morgenpost www.morgenpost.de 20 december 2007 [link]
[5] Website www.telegraph.co.uk 6 januari 2008 [link]
Antwoord van burgemeester en wethouders
1. Nee.
2. Op een vraag van een journalist van Omroep Brabant is antwoord gegeven. De tekst, zoals weergegeven op de site van Omroep Brabant, is geen citaat maar een tekstuele interpretatie door de redactie.
3 Niet relevant. Er is geen sprake van een vroegtijdige standpuntinname.
4 Niet relevant. Er is geen negatief oordeel gegeven over de film.
5 Niet relevant. Ons college heeft geen oordeel gegeven over de film.
6 Ja.
7 Ja, de vrijheid van meningsuiting is een grondrecht en in de contacten wordt hier ook over gesproken.
8 Nee, er wordt voor geen enkele politieke partij subsidie verstrekt voor de bezichtiging van een film van die desbetreffende partij.
Eindhoven, 21 januari 2008.
Lijst Pim Fortuyn Eindhoven
31 januari 2008