Vrij Nederland: Moslimzwemmen in Eindhoven
Al jaren zwemt Harry Philipsen op donderdagavond in het Eindhovense Ir. Ottenbad, een ‘magnifiek zwembad’, aldus de website, met maar liefst negen baden, waaronder een ‘Romeinsachtig recreatiebad’.
Toen Philipsen donderdagavond 14 september met handdoek, zwembroek en shampoo bij de kassa stond, meldde de medewerkster hem dat het bad die avond gesloten was. In de kantine, waar zich andere vaste donderdagavondzwemmers verzameld hadden, vernam Philipsen wat er gaande was. Het bad was verhuurd aan een groep ‘moslimmannen’. In de kantine ontstond een grimmige sfeer.
Henny Beekwilder, ‘gebiedsmanager Sportparken Noord’, verschafte opheldering. Beekwilder, die in een belangengroep zit die verdrinkingsgevallen bestudeert en zich inzet voor een betere zwemopleiding voor allochtonen, vertelde dat veel allochtone mannen niet naar het zwembad gingen vanwege de vele schaarsgeklede vrouwen. In een waterrijk land als Nederland is dat risicovol, betoogde hij. Zwemlessen voor moslima’s waren succesvol verlopen, nu wilde hij het proberen met moslimmannen. Woedend dropen de autochtonen af.
Diezelfde avond kroop Philipsen achter zijn pc voor een boze brief aan de Eindhovense politiek. ‘De oren vielen werkelijk van mijn hoofd; hoe heb ik het nu,’ ving zijn schrijven aan. Hoe kon de gemeente ‘ten faveure van een minderheidsgroep die het gelijkheidsbeginsel tussen beide seksen niet onderschrijft’ een openbaar bad verhuren waarin autochtonen als hij al jarenlang hun baantjes trokken? Toen Beekwilder hoorde van de brief, was hij met de moslimmannen gaan praten. ‘De moslimmannen vonden het geen probleem als er ook autochtone mannen meezwommen,’ zegt Beekwilder.
Intussen had Rudy Reker van de Lijst Pim Fortuyn, de enige die reageerde op de brief van Philipsen, al enkele schriftelijke vragen gesteld. Hij vroeg het college of het juist was dat beheerder Beekwilder het bad ‘aan de openbaarheid’ had onttrokken ‘ten behoeve van een groep moslimmannen’. En of het college begreep dat dit zeer ongewenst was en mogelijk ‘een precedent’ zou scheppen voor ‘andere religieuze groeperingen’. Reker meende dat dit de ‘integratie’ zeer nadelig beïnvloedde. Zo snel mogelijk moest er een einde aan gemaakt worden, ‘zodat alle Eindhovenaren weer van het recreatiebad gebruik kunnen maken’.
Hoewel inmiddels duidelijk is dat ook autochtone mannen welkom zijn, is Reker er niet gerust op. ‘Het blijft een waanzinnig initiatief,’ zegt hij. ‘Die moslimmannen moeten maar leren zwemmen met vrouwen in bikini erbij. Als ze zich niet kunnen beheersen, moeten ze daar van tevoren maar wat aan doen.’ Reker exporteerde lange tijd auto’s en autobanden, onder meer naar moslimlanden, en is vertrouwd met die cultuur. Bovendien, zo merkt hij aan, is hij getrouwd met een Surinaamse. ‘Als mijn vrouw in Istanbul ging zwemmen, moest ze ook altijd gekleed het water in. Daar pasten wij ons aan. Zo moeten zij zich hier ook aanpassen.’ Reker vindt het raar dat hij de enige is die vragen heeft gesteld.
Harry Philipsen laat weten dat hij gewoon gaat zwemmen op de donderdagavond. Hij is blij dat hij als autochtone man weer toegelaten is, hoewel voor hem de lol er wel een beetje af is. ‘Het is ook raar dat er nu ineens geen vrouwen meer bij zijn.’ Voor die vrouwen, zegt hij, is het echt vervelend. ‘Sommigen zwommen al tien jaar mee.’ Henny Beekwilder zegt alle ophef te betreuren. Hij heeft tegen de moslimmannen gezegd dat hij de activiteit van de agenda haalt als er niet genoeg belangstelling voor is.
7-10-06 Vrij Nederland