Politiek Beleidsplan

De politieke vereniging Lijst Pim Fortuyn Eindhoven is in 2004 opgericht vanuit de landelijke partij die in 2002 vanuit het niets met 26 zetels in de Tweede Kamer kwam.
Maar ...wat doen en willen  wij in Eindhoven? (Lees verder)

Fractieleden Lijst Pim Fortuyn

Rudy Reker
Fractievoorzitter

 
Reker-Lilian Wiebers
Fractiemedewerkster 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Damian Dassen
Commissielid Lijst Pim Fortuyn.
Bestuurslid
Jonge Fortuynisten

Jonge Fortuynisten

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 
Stef Kleine Staarman
Voorzitter
Jonge Fortuynisten 

 

 

 

 

 

 

 

 
Timo Hoogerwaard
Secretaris
Jonge Fortuynisten

 

 

Raadsvragen: Ik heb een onaangenaam gevoel over het IJsportcentrum en De Tongelreep

UPDATE: Met antwoord van het college

Geacht college,

Tijdens de technische behandeling en nadien de hoorzitting van direct belanghebbenden aangaande het ’Raadsvoorstel sluiting golfslagbad omvorming zwembaden de Tongelreep’ op dinsdag 22 maart jl., moest ik denken aan de grote overeenkomsten met de voorgenomen sluiting van het IJssportcentrum. Ook met die kwestie is vanaf het allereerste begin de onduidelijkheid troef. De communicatie met vaste huurders, verenigingen, individuele gebruikers en vrijwilligers van zowel het IJssportcentrum als van de Tongelreep was ver beneden peil en dat is het nog steeds. Hoewel ik niet verwacht dat de communicatie van dit college in de toekomst zal verbeteren, mag u zich dat desondanks wel aanrekenen!

Niet alleen dat. Ook de informatievoorziening naar raadsleden die er uiteindelijk over moeten beslissen, is verre van realistisch te noemen en zeker niet compleet. Daardoor zouden meerdere raadsleden een onjuiste beslissing kunnen nemen en waarschijnlijk op uitdrukkelijk advies van het college die dan ook zullen nemen. Het lijkt er volgens de LPF-fractie op dat binnen de Gemeente Eindhoven al vergevorderde (geheime) plannen liggen die hoe dan ook verwezenlijkt moeten worden. Inderdaad, in dat plan past een IJssportcentrum en een golfslagbad niet en hoe minder de raad weet hoe beter dat voor het college uitkomt. Zo denken wij over de ontstane situatie en daar kan een ondertussen door de raad goedgekeurd voorstel tot het zoeken naar een exploitant van het IJssportcentrum niets aan veranderen. Namelijk de voorwaarden en regels die aan de nieuwe IJssportcentrum-exploitant gesteld gaan worden zullen niet mals zijn en misschien ook niet zijn te overbruggen.
 
Ik neem u mee terug naar de besloten bijeenkomst van dinsdag 22 maart jl. waar raads- en commissieleden technische vragen konden stellen aan ambtenaren over de sluiting van het golfslagbad. Langzaam lieten de meeste aanwezige raads- en commissieleden zich aan het handje van de drie aanwezige ambtenaren als kleuters meenemen naar de nieuwe situatie en werd er alleen maar gesproken over optie 1, 2, 3 of 4. Aangevuld met enkele opties van raads- en commissieleden die eerder nog niet nader waren bekeken. In deze vier genoemde opties is sluiting en opheffing van het golfslagbad definitief opgenomen. Dat is zeer opmerkelijk!
 
Dus ook tijdens de bijeenkomst op 22 maart jl. kreeg ik weer het onaangename gevoel dat er iets niet klopt. Met name twijfel ik sterk over de door het college verstrekte informatie m.b.t. de noodzaak van de ‘grootschalige renovatie’ aan de zwembaden in de Tongelreep met de bijbehorende kosten. Deze zouden variëren van ca. 10 miljoen tot 14,5 miljoen euro. Mede door navraag aan personen met deskundigheid op dit gebied, twijfelt de LPF-fractie hier zeer sterk aan.

Afgezien van de genoemde kosten komen er nog kosten bij van overige afschrijvingen, exploitatieverliezen, frictiekosten en nieuwe aanloopkosten waar geen dekking voor is. Een groot probleem is ook dat in de optiek van het college de Tongelreep negen maanden zal moeten sluiten. Dat sluiten kan wel eens de doodsteek betekenen voor de verenigingen die nu in de Tongelreep hun thuisbasis hebben. Deze moeten dan met leden en vrijwilligers weer nagenoeg op nul beginnen. Maar ook zwemlessen en doelgroepactiviteiten zullen tijdelijk verplaatst moeten worden.

Het college ziet de grootschalige renovatie en omvorming van bestaande baden als volgt.

- Het college stelt in de vier de opties voor om per 6 september 2016 het golfslagbad droog te leggen en uit de exploitatie te halen. In de toekomst zal het college zich beraden wat er met het golfslagbad met een restant boekwaarde van 1,6 miljoen euro gaat gebeuren.

- Het college stelt voor om ook het buitenbad met een restant boekwaarde van 0,2 miljoen euro uit de exploitatie te halen en te slopen, waar 130 duizend euro sloopkosten mee gemoeid zijn. Het college gaat hier volledig voorbij aan het feit dat bij sluiting van het buitenbad van de Tongelreep zij op mooie zomerse dagen veel zwemplezier wegneemt bij ouderen en de jeugd. Het gevolg daarvan is dat als recreanten buiten willen zwemmen zij moeten uitwijken naar het Ir Ottenbad, naar Valkenswaard of naar Nuenen. Wij als LPF-fractie denken dat het openhouden van het buitenbad, bijvoorbeeld vanaf mei tot september, niet de grootste kosten met zich mee zullen brengen.

- Het college adviseert (zeg maar stuurt) de raad de derde optie waarin ook het overkapte instructiebad en het doelgroepen bad wordt afgebroken. Over de restant boekwaarde wordt niet gesproken, wel over de kosten van het ombouwen namelijk 11,29 miljoen euro.

- Op nagenoeg dezelfde plaats wil het college een nieuw overkapt familiebad bouwen en in plaats van het buitenbad een spraypark. Terwijl als deze 2 binnenbaden worden omgebouwd tot één familiebad je ze minder goed kunt inzetten voor doelgroep activiteiten en zwemlessen.

- Dan stelt het college voor dat er nog 2,67 miljoen euro gaat naar het Pieter van den Hoogenband Zwemstadion en het 25 meter springbad. Dat is vreemd omdat alle onderhoudszaken in de onderhouds- en investeringsplanning van de Tongelreep zijn opgenomen.

- In het onderliggend raadsvoorstel staan nog teveel onzekerheden en bedragen waarmee in het aan ons verstrekte investeringsoverzicht geen rekening is gehouden en welke via de algemene middelen gedekt dienen te worden.
 
Mijn fractie ziet het raadsvoorstel van het college als pure kapitaalvernietiging omdat er betere en goedkopere oplossingen zijn. Laten wij het nog maar een keer zeggen: ‘De Gemeente Eindhoven is financieel armlastig en kan al tien jaar aaneen de jaarlijkse begroting niet sluitend krijgen zonder dat er jaarlijks tientallen miljoenen euro’s geleend geld aan te pas moeten komen.’ Dit met alle nare gevolgen van dien: de rente kan momenteel wel laag zijn maar de honderden miljoenen geleende euro’s zullen toch een keer terugbetaald moeten worden. Daarmee zeggen wij niet dat er geen onderhoud gepleegd mag worden. Wij zeggen wel dat het college moet streven naar een gezonde exploitatie van de Tongelreep en van het IJssportcentrum.

Het kan niet alleen anders, het moet ook anders. Hoe dan?

- Het golfslagbad ombouwen tot een groot gezinsbad zonder de niet noodzakelijke attributen. Maar het mag in geen geval op 6 september a.s. uit de exploitatie worden genomen. Het gezinsbad wat dan is ontstaan kan dan ook als buffer worden gebruikt, als normaal onderhoud gepleegd moet worden aan andere binnenbaden zodat bestaande verenigingen niet worden weggejaagd.

- De resterende drie binnenbaden kunnen nog vele jaren volstaan met het noodzakelijke klein onderhoud. Er is zeker geen enkel argument te vinden die sloop van het huidige instructiebad en het reactiveeringsbad rechtvaardigt.

- Voor de reparatie van de dakconstructie zal het 25 meter bad en de twee instructiebaden enige tijd gesloten moeten worden. Daarom zou het verstandiger zijn om het bestaande golfslagbad eerst om te bouwen tot een familiebad en dan pas onderhoud te gaan plegen aan het 25 meter bad. Voor de lekkage aan het dak boven het 25 meter bad lijkt het mij niet nodig om op een andere locatie een nieuw familiebad van ruim 11 miljoen euro te bouwen.

- In onze optiek, zoals eerder al geschreven, zal het college het buitenbad alleen met mooie dagen van mei t/m september moeten openhouden. Als je het buitenbad niet meer gebruikt moet de jeugd uitwijken naar het Ir. Ottenbad, naar Valkenswaard of naar Nuenen.

- De 2,27 miljoen euro voor het Pieter van den Hoogenband Zwemstadion en het 25 meter springbad is onbegrijpelijk voor de relatief korte tijd dat dit gebouw in gebruik is.

- Het zwemstadion is pas in 2007 geopend en er ligt een gedegen onderhouds- en investeringsplanning onder.

- Het effect op de exploitatiecijfers van zowel het IJssportcentrum als van de Tongelreep kunt u - nee moet u - als college in tegenstelling wat u nu al jaren doet realistisch begroten. M.a.w. de echte exploitatiekosten en de juiste opbrengsten boeken. Een negatief resultaat kunt u dan aanvullen met een subsidiebedrag of bij winst overboeken naar de algemene middelen. Vanuit de algemene middelen kunt u als college voorstellen doen om dat geld op andere wijze in te zetten.

- Ook de salariskosten van directe en doorbelaste personeelskosten van zowel het IJssportcentrum als van de Tongelreep die aan raadsleden beschikbaar zijn gesteld, zijn extreem hoog en grenzen aan het onwaarschijnlijke. Daar zetten wij echt hele grote vraagtekens bij!
 
Dat brengt ons tot de volgende vragen.

1. Is er in de overige baden van het Pieter van den Hoogenband Zwemstadion wel voldoende vrije ruimte om de verplaatsing tijdens bouwwerkzaamheden op te vangen?

2. Wat moet er aan het Pieter van den Hoogenband Zwemstadion gebeuren dat een investering van 2,67 miljoen euro rechtvaardigt?

3. Ik heb vernomen dat de beweegbare bodem van het springbad al zes jaar niet meer functioneert. Hoe kan dat omdat we hier spreken over een kostenpost van ca. 750.000 euro en waarom is de leverancier daar niet voor aansprakelijk gesteld?

4. Waarom stelt het college in dit raadsvoorstel voor om het in goede staat verkerende instructiebad en het reactiverings-/doelgroepenbad af te breken, hetgeen een geweldige kapitaalvernietiging is en enkele meters verder naar achter tegen betaling van ruim 11 miljoen euro een nieuw familiebad te bouwen?

5. Waarom heeft het college zelf niet overwogen om het golfslagbad om te bouwen tot een groot familiebad? Als je dat zou realiseren heb je ook geen klantenverlies omdat je bij renovatie van het 25 meter bad daar tijdelijk alle bezoekers en verenigingen in kan onderbrengen.

6. Het college schrijft in het raadsvoorstel dat er ‘later’ een besluit zal worden genomen over het uit de exploitatie genomen golfslagbad, waarvan verhuur of sloop daarvan niet is uitgesloten. Waarom niet meteen een totaalplan gepresenteerd? Met een goede deal over het golfslagbad zou je een groot gedeelte van de totaalkosten kunnen drukken.

7. Waarom heeft het college in de door haar vier genoemde opties zelf geen alternatief aangedragen voor het golfslagbad? Dat is toch haar taak? Of is het juist datgene wat de raad niet mag weten?

8. Stel dat de meerderheid van de gemeenteraad het voorliggende raadsvoorstel goedkeurt, betekent dat dan ook dat de entree, kantoren boven de entreehal en de horeca in de Tongelreep gaan verdwijnen?

9. Heeft het college er wel eens over nagedacht om de totale sport onder te brengen in een of meerdere stichtingen zodat de te hoge gemeentelijke overhead achterwege kan blijven en deze sportvoorzieningen efficiënt en gezond kunnen draaien? Zo was het ook voor 1 januari 1979.

10. Wat is het resultaat van het overleg m.b.t. het ontbinden van de contracten van de schaatsverhuurwinkel en de horeca in het IJssportcentrum?

11. De Genneper Parken heeft niets te maken met de exploitatie van beide sportvoorzieningen! Waarom belast het college dan zowel de Tongelreep als het IJsportcentrum in onze optiek ten onrechte met vele tienduizenden euro’s om zogenaamd de Genneper Parken te promoten?

12. Dit te hebben gelezen, is het college bereid om af te zien van de sluiting van het golfslagbad per 6 september a.s. en dit op een juiste wijze te communiceren met huurders, verenigingen, medewerkers en overige gebruikers?

13. Is het college bereid om dit raadsvoorstel terug te nemen en met een raadswerkgroep alternatieven te onderzoeken hoe zowel de Tongelreep als het IJssportcentrum met een financieel gezonde exploitatie de toekomst in kunnen gaan?

14. Is het college bereid om dit onderwerp niet opnieuw in te brengen voordat er goede alternatieven en juiste aanpassingen in een nieuw raadsvoorstel zijn gedaan?
 
Rudy Reker, fractievoorzitter Lijst Pim Fortuyn

Eindhoven, 28 maart 2016

28/3 Studio 040

29/3 Studio 040

29/3 Eindhovens Dagblad

9/4 Studio 040

9/4 Eindhovens Dagblad

 

Antwoord van burgemeester en wethouders

1. Is er in de overige baden van het Pieter van den Hoogenband Zwemstadion wel voldoende vrije ruimte om de verplaatsing tijdens bouwwerkzaamheden op te vangen?

Reeds beantwoord als technische vraag.

2. Wat moet er aan het Pieter van den Hoogenband Zwemstadion gebeuren dat een investering van 2,67 miljoen euro rechtvaardigt?

Reeds beantwoord als technische vraag.

3. Ik heb vernomen dat de beweegbare bodem van het springbad al zes jaar niet meer functioneert. Hoe kan dat omdat we hier spreken over een kostenpost van ca. 750.000 euro en waarom is de leverancier daar niet voor aansprakelijk gesteld?

Reeds beantwoord als technische vraag.

4. Waarom stelt het college in dit raadsvoorstel voor om het in goede staat verkerende instructiebad en het reactiverings-/doelgroepenbad af te breken, hetgeen een geweldige kapitaalvernietiging is en enkele meters verder naar achter tegen betaling van ruim 11 miljoen euro een nieuw familiebad te bouwen?

De staat van het instructiebad en reactiverings-doelgroepenbad is tijdens de rondleiding op 12 april jl. nader toegelicht. Beide baden zijn aan grootschalige renovatie toe. De renovatiekosten van de bestaande baden zijn begroot evenals de kosten van een mogelijke omvorming, als alternatief voor een renovatie. Renovatie van de binnenbaden vraagt een investering van circa € 7 mln, omvorming circa € 11 mln.

5. Waarom heeft het college zelf niet overwogen om het golfslagbad om te bouwen tot een groot familiebad? Als je dat zou realiseren heb je ook geen klantenverlies omdat je bij renovatie van het 25 meter bad daar tijdelijk alle bezoekers en verenigingen in kan onderbrengen.

Dit is de variant 6 uit de commissienotitie zoals die nu voorligt, en zoals ook beschreven bij de eerdere beantwoording van de technische vragen van het CDA (beantwoord op 25 maart 2016). De investerings- en exploitatielasten zijn hierbij inzichtelijk gemaakt.

Geconstateerd is dat deze variant past binnen de inhoudelijke randvoorwaarden, maar door de hogere totale bouwkosten en met name de exploitatiekosten niet past binnen de financiële taakstelling m.b.t. een sluitende exploitatie.

6. Het college schrijft in het raadsvoorstel dat er ‘later’ een besluit zal worden genomen over het uit de exploitatie genomen golfslagbad, waarvan verhuur of sloop daarvan niet is uitgesloten. Waarom niet meteen een totaalplan gepresenteerd? Met een goede deal over het golfslagbad zou je een groot gedeelte van de totaalkosten kunnen drukken.

We stellen voor om de komende tijd de toekomstmogelijkheden voor het huidige golfslagbad te onderzoeken. Dat is nog niet gebeurd. Voor de toekomstige exploitatie van het zwemsportcentrum is hier dan ook verder geen rekening mee gehouden. De commissienotitie voorziet verder in een eventuele afwaardering van het vastgoed. 

7. Waarom heeft het college in de door haar vier genoemde opties zelf geen alternatief aangedragen voor het golfslagbad? Dat is toch haar taak? Of is het juist datgene wat de raad niet mag weten?

Wij hebben eerder al gemotiveerd aangegeven dat het exploiteren van een Golfslagbad onvoldoende aansluit bij de maatschappelijke doelstellingen. Daarbij kampt de exploitatie van het bad de afgelopen jaren met een tekort (verschil tussen begroting en realisatie) van ruim € 1 miljoen. Dit exploitatietekort maakt onderdeel uit van de totale taakstelling van Sport van afgerond € 3 mln.

De aangedragen alternatieven richten zich op een passend voorzieningenaanbod voor zwem- en bewegingsonderwijs, doelgroepactiviteiten en de zwemsport en wordt er minder prioriteit gegeven aan de recreatieve zwemmer.

8. Stel dat de meerderheid van de gemeenteraad het voorliggende raadsvoorstel goedkeurt, betekent dat dan ook dat de entree, kantoren boven de entreehal en de horeca in de Tongelreep gaan verdwijnen?

Tijdens de rondleiding op 12 april is een en ander uiteengezet. Ook is aangegeven dat renovatie van de entree en het huidige kantorenblok onderdeel is van de investeringsramingen.

9. Heeft het college er wel eens over nagedacht om de totale sport onder te brengen in een of meerdere stichtingen zodat de te hoge gemeentelijke overhead achterwege kan blijven en deze sportvoorzieningen efficiënt en gezond kunnen draaien? Zo was het ook voor 1 januari 1979.

In de eerdere beantwoording van technische vragen (12 april) zijn alle personele lasten inzichtelijk gemaakt, met een onderverdeling naar direct personeel, indirect personeel, doorbelasting Genneper Parken en beleidsafdeling & concern. Dit geeft inzicht in de hoogte van de door u genoemde ‘overhead’.

Door ons worden twee sporen bewandeld: het kiezen voor een passend voorzieningenaanbod én een daarbij zo effectief en efficiënt mogelijke beheer en exploitatie. Zo kijken we momenteel naar de wijze waarop het beheer en onderhoud is georganiseerd als één van de business cases voor de financiële taakstellingen. Daarbij wordt per business case daar waar mogelijk de overhead gereduceerd: bij het
ijssportcentrum is dat bijvoorbeeld het geval, en ook bij dit dossier is dit benoemd (zie commissienotitie, kanttekening 2.4).

Daarnaast wordt door ons, mede op basis van de sportvisie en de uitwerking van de business cases, momenteel gekeken naar een toekomstbestendige sportorganisatie.

10. Wat is het resultaat van het overleg m.b.t. het ontbinden van de contracten van de schaatsverhuurwinkel en de horeca in het IJssportcentrum?

Momenteel bevinden we ons in de dialoogfase met de geïnteresseerde partijen voor de exploitatie van het ijssportcentrum en hiervan maakt de wijze van ontbinding van de contracten onderdeel uit.

11. De Genneper Parken heeft niets te maken met de exploitatie van beide sportvoorzieningen! Waarom belast het college dan zowel de Tongelreep als het IJsportcentrum in onze optiek ten onrechte met vele tienduizenden euro’s om zogenaamd de Genneper Parken te promoten. 

We vermoeden dat u refereert aan de kostenpost ‘doorbelasting Genneper parken’. Deze zijn geduid in eerder beantwoorde technische vragen (12 april).

12. Dit te hebben gelezen, is het college bereid om af te zien van de sluiting van het golfslagbad per 6 september a.s. en dit op een juiste wijze te communiceren met huurders, verenigingen, medewerkers en overige gebruikers?

Neen, wij zijn van mening dat het golfslagbad per 6 september gesloten dient te worden.

13. Is het college bereid om dit raadsvoorstel terug te nemen en met een raadswerkgroep alternatieven te onderzoeken hoe zowel de Tongelreep als het IJssportcentrum met een financieel gezonde exploitatie de toekomst in kunnen gaan?

Wij hebben het raadsvoorstel vervangen door een commissienotitie met daarbij de vraag om ons te adviseren over de verdere uitwerking. In de commissienotitie hebben we ook de door de commissieleden benoemde en gevraagde mogelijke ‘nieuwe’ varianten opgenomen.

Begin dit jaar is een eerste bijeenkomst met de commissie geweest over de stand van zaken van het ‘sportdossier’. Afgesproken is toen om met de commissie ieder kwartaal van gedachten te wisselen over de voortgang van de verschillende onderdelen, waaronder het zwemsportcentrum De Tongelreep. Destijds bleek dit een passende oplossing voor de commissie en was er geen behoefte aan een raadswerkgroep. Mocht die behoefte er nu zijn, dan geven we daar uiteraard graag invulling aan.

14. Is het college bereid om dit onderwerp niet opnieuw in te brengen voordat er goede alternatieven en juiste aanpassingen in een nieuw raadsvoorstel zijn gedaan?

Wij menen dat we met het vervangen van het raadsvoorstel door een commissienotitie, die geactualiseerd is op basis van de toelichtingen aan en vragen van de commissie, recht doen aan een zorgvuldige behandeling van dit dossier.

Eindhoven, 17 mei 2016