Raadsvragen i.v.m. het onttrekken aan de openbaarheid van het recreatiegedeelte in het ir. Ottenbad
Afgelopen vrijdag – 15 september – kregen alle fractievoorzitters in de Eindhovense gemeenteraad een brief via de mailbox van de heer Philipsen uit Eindhoven. Deze beklaagde zich over het feit dat hij – en met hem meerdere recreatiezwemmers – vorige week donderdag rond 20.30 uur niet meer werden toegelaten in het gemeentelijke zwembad gelegen in het Sportcomplex Eindhoven-Noord, beter bekend onder de naam de ir. Ottenbad.
Nu is het zo dat deze man – de heer Philipsen – destijds een passé-partout heeft gekocht, omdat hij nagenoeg elke week – op de vaste donderdagavond – met enkele van zijn vrienden van het openbare recreatiebad gebruik wenst te maken. Van de kassamedewerkster begreep hij, dat met ingang van 4 september 2006 het recreatiebad op donderdag na 20.45 uur niet meer toegankelijk is. Niet wetende wat er verder aan de hand is wacht hij buiten in de zwoele avond op zijn vrienden, waarna zij in het daar aanwezige restaurant een kopje koffie gingen drinken. Daar vernam hij van de overige teleurgestelde mensen de werkelijke reden waarom hij en de andere daar aanwezigen Eindhovenaren niet meer op donderdagavond welkom waren.
Het recreatiebad is ’door de gemeente Eindhoven op donderdagavond gehuurd ten behoeve voor een ’groep moslimmannen’. Zo staat te lezen in de brief van de heer Philipsen. Ik heb deze brief overigens 2 keer moeten lezen omdat ik mijn ogen niet wenste te geloven. Daarna heb ik de heer Beekwilder – beheerder van het ir. Ottenbad – gebeld, die dit verhaal alleen maar kon bevestigen.
Doordat deze hier vertoevende groep Moslimmannen het gelijkheidsbeginsel tussen man en vrouw, – wat wij hier in Nederland al decennia kennen – nog steeds niet onderschrijven, is de gemeente overstag gegaan. Dat dit aanvechtbare besluit dan ten koste gaat van de Eindhovense inwoners en in het bijzonder de zwemmers onder hen, is blijkbaar niet over nagedacht. Voor ’de Moslimmannen’ is dat pure winst en ’koren op de molen’. Voor mijn fractie en met ons vele andere Eindhovense inwoners is dit een aantal passen terug in de tijd. Anders gezegd, ’de wereld op zijn kop’.
De fractie van de Lijst Pim Fortuyn is van mening deze huidige situatie van apartheid – alleen dit woord roept al nare herinneringen op – zeer ongewenst is. Inplaats van de moslimmannen te stimuleren om te integreren in de Nederlandse cultuur, spant onze gemeente met dit besluit het paard achter de wagen, door de broodnodige integratie tegen te houden.
De religie die deze mensen aanhangen respecteren wij, maar deze religie mag geen reden zijn voor het Eindhovens bestuur om Eindhovense zwemmers te discrimineren, door hen te weren tijdens uren dat het zwembad – met name het recreatiegedeelte – normaal geopend dient te zijn. Dit initiatief of misschien wel goed bedoelde ambtelijke dwaling stuit bij de Eindhovense bevolking – zowel de autochtone als grote groepen van de allochtone bevolking – op grote weerstand. Niet doen dus!
Hierbij kom ik tot de volgende vragen:
Is het juist dat het college – of de beheerder van het ir. Ottenbad – het hier aanwezige recreatiebad op donderdagavond na 20.30 uur aan de openbaarheid heeft onttrokken ten behoeve van een ’groep Moslimmannen’?
Heeft onze gemeente dit recreatiebad gehuurd van het Sportcomplex Eindhoven-Noord, om het daarna in gebruik te geven aan een groep(je) ’Moslimmannen’, al of niet verenigd in een vereniging of stichting?
Is het college het met mijn fractie eens dat deze hiervoor beschreven situatie zeer ongewenst is en wellicht een precedent schept voor andere religieuze groeperingen in onze stad Eindhoven?
Is het college het met mijn fractie eens dat deze ’apartheid’ de integratie van immigranten zeer negatief zal beïnvloeden?
Naar het oordeel van mijn fractie is dit een beleidszaak, waar niet te lichtzinnig mee moet worden omgegaan. Waarom is de gemeenteraad niet vooraf ingelicht over het voorgenomen besluit, of waarom is de definitieve onttrekking aan de openbaarheid dan niet aan de raad gemeld?
Indien er sprake is van een vereniging of stichting, ontvangt deze dan een subsidie? Zo ja, hoe groot is deze subsidie die men ontvangt, wat is de looptijd hiervan en wie en waneer heeft men hierin deze – in onze ogen verkeerde – beslissing genomen?
Is het college bereid om met onmiddellijke ingang een einde te maken aan deze ongewenste onttrekking van het recreatiebad, zodat alle Eindhovenaren hier weer gebruik van kunnen maken?
Rudy Reker, fractievoorzitter Lijst Pim Fortuyn
17-9-06 Redactie Lijst Pim Fortuyn