Raadsvragen: Behoud taxivergunning bij roekeloos rijgedrag?
Eindhoven, 30 november 2009
Update: met antwoord van B & W / 26 januari 2010
In het SBS 6-programma ‘Wegmisbruikers’ van zondag 29 november werden beelden getoond van de Politie Brabant Zuidoost waarbij een taxichauffeur ernstig de fout in gaat. De videowagen van de politie volgt de taxi op de N69 vanuit Valkenswaard richting Eindhoven, waarbij deze in de bebouwde kom van Aalst de politiewagen inhaalt over een doorgetrokken streep, bij verschillende kruispunten het rode licht negeert – waaronder het kruispunt van de Aalsterweg met de rondweg – en de snelheid op laat lopen tot boven de 90 km/u waar maximaal 50 km/u is toegestaan.
Bij het rijden door het rode licht remt de taxichauffeur niet af, hij steekt de drukke kruispunten over met een snelheid van ongeveer 80 km/u. Pas bij de kruising van de Aalsterweg en de Leenderweg/Stratumsedijk geeft de politie de taxichauffeur een stopteken. Bij zijn aanhouding is de taxichauffeur zich er van bewust dat hij in Waalre door rood heeft gereden, maar voor wat de snelheid betreft stelt hij: “Bij de Aalsterweg reed ik gewoon normaal.” Zijn reactie op het door rood rijden op kruising Aalsterweg/Rondweg is eveneens verbazingwekkend: “Ja? Ik heb het niet gemerkt.” Bovendien noemde deze slimmerik de Aalsterweg de Astorweg. En juist deze mensen moeten je veilig via de kortste weg thuis kunnen brengen.
Vervolgens krijgt de taxichauffeur een bekeuring van 130 euro voor het inhalen over de doorgetrokken streep en een bekeuring van eveneens 130 euro voor het rijden door rood licht. Een bekeuring voor de snelheid van meer dan 40 km/u blijft opvallend genoeg achterwege. Het boetebedrag voor deze zware overtredingen blijkt de taxichauffeur zeer mee te vallen: “Ik was echt bang dat het meer was dan dit bedrag. Echt waar.” De politie overhandigt hem daarna weer keurig zijn rijbewijs, kentekenbewijs en chauffeurspas.
Dit voorval is een kenmerkend voor het verval van Normen en Waarden en de broodnodige kwaliteit bij een deel van de Eindhovense taxichauffeurs – waarbij de goeden lijden onder de kwaden. Als onderdeel van deze kwaliteit mag van taxichauffeurs worden verwacht dat ze zich niet te buiten gaan aan het in gevaar brengen van medeweggebruikers door roekeloos rijgedrag, het beheersen van de verkeersregels, het bekend zijn met straatnamen en de verkeerssituatie in de omgeving, zoals de maximumsnelheid op belangrijke invalswegen van de stad. De betreffende taxichauffeur lijkt maling te hebben aan al deze aspecten en is derhalve een schandvlek voor zijn beroepsgroep.
De gemiddelde automobilist wordt regelmatig lastig gevallen met onevenredig hoge boetes voor zeer lichte snelheidsovertredingen. Voor hen is het extra frustrerend dat een taxichauffeur – van wie in zekere zin een voorbeeldfunctie mag worden verwacht – in dit geval met een snelheidsovertreding van meer dan 40 km/u in de bebouwde kom ongestraft weg komt – normaal gesproken had dit sowieso moeten worden voorgelegd aan de Officier van Justitie.
Dat hij met dit roekeloze rijgedrag ongestoord zijn beroep als taxichauffeur kan blijven uitoefenen is onacceptabel Het intrekken van zijn taxivergunning zou een logisch gevolg moeten zijn in een dergelijke situatie. Ditmaal is het met een hoge snelheid oversteken van een gevaarlijke kruising bij rood licht nog goed gegaan, maar dat het evengoed had kunnen eindigen in een drama bewijst een overeenkomstige situatie die zich in oktober 2008 voordeed in Amsterdam.
Taxichauffeur Souliman El A. reed toen met hoge snelheid door een rood licht en reed hierbij een andere taxi aan, waarbij een 27-jarige vrouw om het leven kwam en negen personen (zwaar)gewond raakten. In de Telegraaf van 12 juli jl. was het aangrijpende verhaal van de moeder van het dodelijk slachtoffer te lezen. Zij vertelt hierin:
“...deze taxichauffeur reed als een bezetene en negeerde bewust de rode stoplichten. Ik zie hem dan ook als schuldige" – waar de advocaat van de slachtoffers aan toevoegt: "Het is dan ook onbegrijpelijk dat deze Marokkaanse chauffeur nog steeds niet voor het hekje heeft gestaan. En zelfs alweer als taxichauffeur heeft rondgereden. Zijn rijbewijs is niet ingetrokken en noch justitie, noch het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR), noch de Inspectie Verkeer en Waterstaat doet iets. Ze laten het allemaal maar gebeuren, met alle risico's van dien. Want wie zegt dat hij niet weer roekeloos klanten vervoert".
Op 24 september jl. veroordeelde de rechtbank deze taxichauffeur voor dit roekeloze rijgedrag tot 9 maanden celstraf, een rijontzegging van 3 jaar en een boete van 10.000 euro.
Deze straf staat in schril contrast tot de milde boete voor de Eindhovense chauffeur, wiens rijgedrag net zo roekeloos is, maar die ook na zijn overtredingen gewoon kan blijven rondrijden. Het intrekken van de taxivergunning komt nog niet eens ter sprake, uit de Volkskrant van 7 juli jl. blijkt dat vorig jaar slechts 0,03 procent van de taxivergunningen is ingetrokken van chauffeurs die over de schreef gingen – landelijk gezien zijn dit slechts 10 stuks.
Onze fractie beseft dat de instrumenten voor de gemeente beperkt zijn omdat de Inspectie Verkeer en Waterstaat het bevoegd gezag is voor het intrekken van taxivergunningen, maar het op televisie getoonde voorbeeld onderstreept de noodzaak van maatregelen om het verlies van kwaliteit in de Eindhovense taxibranche én de verkeersveiligheid aan te pakken.
Daarom komt onze fractie tot de volgende vragen aan het college en aan de burgemeester als korpsbeheerder van de politie Brabant Zuidoost:
1. Deelt u onze mening dat het in ‘Wegmisbruikers’ getoonde roekeloze rijgedrag onacceptabel is voor taxichauffeurs in onze stad?
2. Welke mogelijkheden ziet u om het aspect van roekeloos rijgedrag mee te laten wegen in het gemeentelijk taxibeleid?
3. Welke mogelijkheden ziet de burgemeester als korpsbeheerder om roekeloos rijgedrag onder taxichauffeurs streng en rechtvaardig te handhaven?
4. Bent u bereid om bij de Inspectie Verkeer en Waterstaat, het CBR en de Regering extra aan te dringen op meer bevoegdheden voor gemeenten bij handhaving van taxivergunningen – wat staatssecretaris Huizinga eerder dit jaar suggereerde - en daarbij niet alleen het standplaatsenbeleid, maar óók roekeloos rijgedrag als voorwaarde mee te nemen?
Fractie Lijst Pim Fortuyn Eindhoven
Rudy Reker
Alexander van Hattem
Antwoord van burgemeester en wethouders
1. Deelt u onze mening dat het in ‘Wegmisbruikers’ getoonde roekeloze rijgedrag onacceptabel is voor taxichauffeurs in onze stad?
Ja.
2. Welke mogelijkheden ziet u om het aspect van roekeloos rijgedrag mee te laten wegen in het gemeentelijk taxibeleid?
Het gemeentelijk taxibeleid is onlangs door de Kwaliteitskring Taxi geëvalueerd. De evaluatie wordt in februari in ons college besproken en uw raad zal daarover middels een raadsinformatiebrief worden geïnformeerd. De evaluatie laat onder andere zien dat de bevoegdheden van de gemeente onvoldoende toereikend zijn om een effectief taxibeleid te voeren. In de huidige situatie van een vrije taximarkt worden taxivergunningen afgegeven door het Rijk. De gemeente Eindhoven kent privileges (busbaangebruik en standplaatsen) toe aan houders van het TX-keurmerk. Bij bewezen herhaald roekeloos rijgedrag kan het keurmerk door de Stichting TX-keur worden ingetrokken en daarmee ook de privileges. De gemeente is hierbij afhankelijk van de Stichting TX-keur.
3. Welke mogelijkheden ziet de burgemeester als korpsbeheerder om roekeloos rijgedrag onder taxichauffeurs streng en rechtvaardig te handhaven?
Roekeloos rijgedrag onder taxichauffeurs heeft prioriteit bij de politie, als men daarbij gericht kan werken. Het past in het project agressief rijgedrag. Het Verkeershandhavingsteam gaat een agressieve chauffeur met de videowagen volgen, als er gerichte informatie is over deze chauffeur, zoals bij welk bedrijf hij/zij werkt, in welk(e) voertuig(en) hij/zij rijdt, welke route hij/zij rijdt. Deze informatie wordt aangeleverd door de medewerkers van de politieafdelingen. Buiten deze aanpak hebben taxichauffeurs geen prioriteit bij de politie.
4. Bent u bereid om bij de Inspectie Verkeer en Waterstaat, het CBR en de Regering extra aan te dringen op meer bevoegdheden voor gemeenten bij handhaving van taxivergunningen – wat staatssecretaris Huizinga eerder dit jaar suggereerde - en daarbij niet alleen het standplaatsenbeleid, maar óók roekeloos rijgedrag als voorwaarde mee te nemen?
De ontwerpwijziging van de Wet personenvervoer 2000, die nieuwe regels inhoudt ter bevordering van de kwaliteit in het taxivervoer, ligt op dit moment bij de Raad van State. De verwachting is dat de wetswijziging voor het eind van dit jaar door Eerste en Tweede Kamer wordt vastgesteld.
Eindhoven, 26 januari 2010.